de reis naar morgen.

View Original

Sorry,‌ ‌de‌ ‌natuur‌ ‌is‌ ‌vandaag‌ ‌helaas‌ ‌gesloten ‌

Bekijk hier de PDF versie van dit artikel.

Met dichte musea, winkels en restaurants is er gelukkig nog één bestemming wel open: de natuur! Daar wordt dan ook dankbaar gebruik van gemaakt. Alles voor wat ruimte, een dosis frisse lucht en om de muren thuis te ontvluchten. Tijdens piekmomenten worden op verschillende plekken toegangswegen naar natuurgebieden en stranden afgesloten. Los van corona, is dat het toekomstbeeld in een steeds drukker wordend Nederland of zijn er ook andere oplossingen?


Al decennialang is buitenrecreatie de meest populaire vorm van vrijetijdsbesteding. Niet zo gek, aangezien in de natuur zijn en bewegen veel kan betekenen voor onze mentale en fysieke gezondheid. Genoeg ruimte om te kunnen recreëren is daarbij essentieel. De afgelopen jaren neemt de drukte in de Nederlandse natuur echter steeds meer toe, onder andere door verstedelijking en bevolkingsgroei. Daarnaast zorgde de corona crisis voor een extra impuls: Google Statistics laat zien hoe bezoekersaantallen afgelopen maanden stegen met ongeveer 30 procent. Meer dan eens werden bezoekers dan ook opgeroepen om natuurgebieden te verlaten en naar huis te gaan. Een te grote recreatiedruk brengt echter niet alleen besmettingsgevaar met zich mee.

Het kan ook gepaard gaan met schade aan natuur en recreatieve infrastructuur. Het kan leiden tot een andere beleving en daardoor tot een lagere waardering van natuur en gebieden. Daarnaast ontstaat door drukte een grotere kans op onveilige situaties, bijvoorbeeld door conflicten tussen wandelaars en mountainbikers met een verschillende snelheid.

Het managen van drukte in natuurgebieden is dus zinvol en relevant in een Nederland waarin de recreatiebehoefte sneller groeit dan de beschikbare ruimte. Traditioneel gezien richt de toerismesector zich met crowdmanagement vooral op steden en bestemmingen. Natuurbeheerders houden zich op hun beurt bezig met de zonering van recreatie. In dit artikel onderzoeken we de mogelijke kruisbestuiving van oplossingen voor het afstemmen van de balans tussen hoogwaardige recreatie en kwalitatieve natuurgebieden.

Handvatten vanuit toeristisch perspectief

Op het moment dat de lokale bevolking of de bezoeker van een bestemming ervaart dat het te druk is, en wanneer de kwaliteit van leven of van de toeristische ervaring daarmee achteruitgaat, is er sprake van overtoerisme. Overtoerisme was voor de coronacrisis op veel bestemmingen aan de orde van de dag. Met name steden, zoals Venetië, Barcelona en Amsterdam zijn welbekende voorbeelden die afgelopen jaren regelmatig in het nieuws kwamen vanwege de enorme aantallen bezoekers. In bestemmingen over de hele wereld werd er op verschillende niveaus geëxperimenteerd met maatregelen voor het managen van toeristenstromen, zoals bijvoorbeeld:

  • het spreiden van toeristen over een bepaald gebied of over de seizoenen;

  • het inzetten van een campagne voor het stopzetten van toeristenstromen;

  • het aantrekken van ander type toerist met verantwoordelijker gedrag;

  • een limiet stellen aan het aantal toeristen, bijvoorbeeld door middel van het vereisen van een dagkaart;

  • het verbeteren van de faciliteiten zoals het plaatsen van meer toiletten;

  • het opleggen van controles, zoals het verbieden van zitten op bepaalde plekken;

  • het voorlichten van toeristen over hoe zich te gedragen.

Hoewel deze maatregelen sommige problemen van overtoerisme deels konden verzachten, boden ze geen échte oplossing. Bestemmingen bleven (te) druk, in elk geval voor veel bewoners. Toch kunnen bestaande cases ons handvatten bieden voor het managen van toeristische drukte, iets wat na de coronacrisis ongetwijfeld weer alle aandacht vraagt.

1. Onderzoek de aard van de bestemming

De oorzaken van overtoerisme verschillen, en vragen dus ook om een op maat gemaakte aanpak. Voor een effectieve aanpak is het dus van belang om de aard van de bestemming en de drukte goed te begrijpen. Gaat het om stedelijk of landelijk gebied? Ontvangt de bestemming enkel toeristen of heeft het ook andere functies? En is de drukte gelijkmatig verdeeld of verschilt het per seizoen? Dit lijkt vanzelfsprekend, maar in de discussie over overtoerisme wordt hier vaak nog te weinig onderscheid in gemaakt.

2. Zorg voor een geïntegreerde en strategische aanpak

Ook is het belangrijk om ervoor te zorgen dat het aanpakken van overtoerisme niet alleen de verantwoordelijkheid is van één organisatie of stakeholder, zoals bijvoorbeeld de afdeling economie bij de gemeente of een marketingorganisatie. Management van drukte vraagt de betrokkenheid alle lagen van de publieke, private en non-profit sector. Bewoners verdienen ook een stem in het maken van beslissingen, en kunnen gewezen worden op de invloed van toerisme op het milieu en de maatschappij door middel van voorlichting en educatie. Binnen gemeenten is het van belang dat toeristisch beleid niet op zichzelf staat, maar is ontwikkeld vanuit een interdisciplinaire aanpak en samenwerking tussen verschillende afdelingen. Tenslotte is het voor de duurzame ontwikkeling van bestemmingen essentieel om ook voor de (middel)lange termijn doelen te formuleren, en plannen daadwerkelijk te implementeren.

3. Verschuif focus van groei in aantallen naar groei in kwaliteit

Voor een oplossing voor drukte in toeristische hotspots is het nodig om de focus op economische groei alleen los te laten, en in plaats daarvan te werken aan het verbeteren van de kwaliteit van de toeristische ervaring, de kwaliteit van leven van de bewoners en - indien van toepassing - de kwaliteit van de natuur. Om dit te kunnen bereiken zijn leiderschap, probleemoplossend vermogen, samenwerking en creatief denken onmisbaar.

Inzichten in recreatie vanuit natuurbeheer

Een grote recreatiedruk in de natuur kan leiden tot schade aan landschap en vegetatie, en tot het verdwijnen van soorten in een bepaald gebied. Waar in het buitenland vaker de afweging wordt gemaakt om natuur alleen voor de natuur te laten, is dat in het drukbevolkte Nederland niet altijd mogelijk. Recreatie wordt door natuurbeheerders gezien als één van de vele ecosysteemdiensten van de natuur. Een ecosysteemdienst is een dienst aangeboden door de natuur aan de mens, zoals waterzuivering en voedsel. Bovendien zorgt beleving van de natuur tot waardering van en draagvlak voor deze natuur. Natuurbeheerders proberen recreatie daarom in goede banen te leiden via zonering van functies in zowel ruimte als tijd. Dat is soms een hele uitdaging, vooral als er politieke druk wordt uitgevoerd voor meer toegankelijkheid, terwijl het eigenlijk over de kwaliteit van zowel natuur als beleving zou moeten gaan. Succesvolle maatregelen zijn onder andere:

  • het plaatsen van een concentratie aan hoogwaardige voorzieningen, zoals een combinatie van horeca, bezoekerscentrum, natuurlijke speelaanleidingen en uitgezette wandelroutes, welke voorzien in de behoefte van een groot deel van recreanten en daardoor elders in een gebied de natuur ontzien;

  • het sturen van het aantal recreanten en hun motivaties door in een bepaald gebied te zorgen voor een gebrek aan voorzieningen, of door de lengte en route van recreatieve infrastructuur aan te passen

  • het mogelijk te maken om de meest kwetsbare natuur ook op afstand of digitaal te beleven;

  • te zorgen voor logische verbindingen tussen én spreiding over gebieden, zodat niet alles wordt afgewenteld op één natuurgebied. Dit vraagt om meer samenwerking en afstemming tussen diverse partijen;

  • het faciliteren van dialoog tussen verschillende groepen recreanten en stakeholders voor het creëren van draagvlak voor beheer.

Maar wat als het ondanks al die maatregelen dan nog steeds druk is, zoals in corona tijd? Een mooi voorbeeld is nog te openen Nationaal Park Hollandse Duinen, gelegen in misschien wel de dichtstbevolkte regio van Nederland. Hier liggen stranden, landgoederen en duingebieden die tot de drukst bezochte gebieden in de Randstad behoren. Volgens het Nationaal Park is nog meer bezoekers in dezelfde gebieden proppen niet het antwoord. Investeren in extra ruimte wel: als buffergebieden voor natuur én recreatie. Geen gemakkelijke opgave in deze regio, maar wel één die net zo urgent en belangrijk is voor het vestigingsklimaat als het bouwen van extra huizen. Samengevat zijn de volgende inzichten essentieel voor de natuurbeheerder:

1. Het landschap is de drager van de beleving

Aspecten zoals geologie, hydrologie, bodem en vegetatie bepalen uiteindelijk de kwetsbaarheid van de natuur, en welke combinatie met recreatie mogelijk is. Het oppervlakte, de aard en kwaliteit van het landschap bepalen uiteindelijk de beleving. Zo kan een natuurbeheerder in een heuvelig bosgebied meer recreanten opvangen die op zoek zijn naar rust, dan in een open en vlak heideterrein. Tegelijkertijd betekent alleen investeren in recreatieve infrastructuur niet dat je ook automatisch investeert in een hoogwaardige beleving.

2. Kijk op de goede schaal

Geef beleidsmakers een kaart van een natuurgebied en de focus is meteen aangebracht. Toch starten mensen hun reis al thuis of vanaf een vakantieadres, en natuur houdt zich ook al niet aan door mensen gemaakte grenzen. Kortom: recreatievraagstukken moet je dus niet proberen op te lossen in één natuurgebied, recreatie moet regionaal bekeken worden.

3. Maak onderscheid tussen de motivaties van recreanten

Scheer die miljoenen recreanten niet over één kam, maar maak onderscheid in verschillende type motieven. Door hier inzicht in te krijgen kan een natuurbeheerder voorzien in uiteenlopende belevingen qua voorzieningen en mate van rust / drukte, gebaseerd op de draagkracht van een bepaald gebied.

Conclusie: inclusieve en exclusieve natuur

De ‘good practices’ en inzichten vanuit natuurbeheer en de toerismesector overlappen grotendeels. Zo hebben zowel natuurbeheerders als bestemmingen oog voor de aard en het draagvlak van hun terreinen, het aantal en type bezoekers, en hun motivaties en activiteiten. Toch is er ook ruimte voor meer kruisbestuiving.

Bij het managen van drukte in toeristische bestemmingen zien we een duidelijke verschuiving van een focus op het groeien van aantallen naar een focus op het groeien van kwaliteit, van zowel de sociale en natuurlijke omgeving en de toeristische ervaring. Natuurbeheerders zetten zich natuurlijk al in voor de kwaliteit van de natuur, maar de aandacht voor de kwaliteit van recreatie in het natuurgebied lijkt soms minder vanzelfsprekend te zijn. Toch is er op dit moment, en naar verwachting ook in de toekomst, sprake van een groeiend aantal bezoekers.

De grote vraag is dan ook: daar waar meer ruimte voor natuur en recreatie niet lukt, kun je dan de kwaliteit van recreatie vergroten op natuurterreinen met een beperkt oppervlakte en grote aantallen recreanten?

Wij denken van wel. Wij zien een toekomst voor ons waarin natuurgebieden verbonden zijn met hoogwaardige recreatieve voorzieningen in de regio eromheen. Data-gedreven software kunnen zowel beheerders als bezoekers helpen in het spreiden van drukte en het managen van verwachtingen. Tegelijkertijd kunnen er belevingen worden aangeboden van een nog betere kwaliteit, waarbij toegang niet direct vanzelfsprekend is. Zo’n drempel kan ingebouwd worden via tijdsloten, al dan niet betaald.

Deze laatste suggestie - de recreant laten betalen voor de natuur - biedt een mogelijke oplossing voor de financiële uitdaging waar veel natuurbeheerders voor staan. De financieringsbronnen van veel natuurbeheerders, zoals het subsidiestelsel Natuur en Landschap van de provincies, zijn vaak afdoende om zelfs maar een minimale basiskwaliteit aan recreatieve infrastructuur en voorzieningen te bieden. Natuurbeheerders verdienen bovendien vaak niets aan natuurgebieden, in tegenstelling tot bijvoorbeeld toeristische bedrijven die in de nabije omgeving gevestigd zijn. Tegelijkertijd stroomt toeristenbelasting vaak zelden terug naar natuur. Het heffen van entreegeld, iets waar een groot deel van de recreanten voor open lijkt te staan, kan een mogelijke oplossing zijn. Volgens sommige werkt deze harde maatregel ongelijkheid in de hand, maar daarom praten we ook over een combinatie van inclusieve en exclusieve natuur. En het voordeel - een algehele kwaliteitsimpuls van zowel biodiversiteit als recreatie in de regio - is voor iedereen.

Nieuwe samenwerkingen tussen natuurbeheerders en private partijen zijn een andere mogelijke oplossing. De private partij brengt bijvoorbeeld terrein en de exclusieve beleving in, de natuurbeheerder kennis en expertise op het gebied van biodiversiteit.

Door het verbeteren van samenwerking, het diversifiëren van het recreatieve aanbod en het aanspreken van aanvullende financiering, wordt een natuurgebied en de regio daaromheen een plek waar de recreant een keuze heeft. Achteraan aansluiten in de rij voor een wandeling ligt dan misschien in het verleden. Wij denken graag mee over hoe je dat het beste aanpakt.


Over de auteurs

Bart van Engeldorp Gastelaars is bioloog en heeft jarenlange ervaring in het beheer van drukbezochte natuurgebieden. Met Blackbird Conservation Consulting houdt hij zich bezig met recreatie en natuurbeleving. Mail: bart@consultblackbird.com.

Myrthe Naus heeft een master in Tourism, Society & Environment en zet zich met De Reis Naar Morgen in voor het verduurzamen van toerisme en recreatie in Nederland. Mail: info@dereisnaarmorgen.nl.